De uitvinding van de stoommachine wordt toegeschreven aan verschillende mensen over een periode van eeuwen, maar de Britse uitvinder James Watt wordt vaak geassocieerd met de modernisering van de stoommachine in de late 18e eeuw.
Het concept van de stoommachine bestond al lang voor Watt. De oude Grieken experimenteerden met eenvoudige stoommachines, bekend als 'aeolipile' of 'Heron's engine', al in de 1e eeuw na Christus.
In de 17e eeuw bouwde Thomas Savery de eerste praktische stoommachine. Het werd 'Miner's Friend' genoemd en het werd ontworpen om water uit mijnen te pompen. Later verbeterde Thomas Newcomen dit ontwerp, wat leidde tot een meer efficiënte machine die bekend staat als de Newcomen stoommachine.
James Watt, een Schotse uitvinder, maakte significante verbeteringen aan de Newcomen machine in de jaren 1760. Zijn aanpassingen, waaronder een afzonderlijke condensor, maakten de machine veel efficiënter. Deze verbeterde stoommachine van Watt speelde een cruciale rol in de Industriële Revolutie en veranderde de manier waarop arbeid werd uitgevoerd in fabrieken en mijnen.
Het is belangrijk om te begrijpen dat uitvindingen vaak het resultaat zijn van vele jaren van geleidelijke verbeteringen en verfijningen door verschillende mensen, en de stoommachine is geen uitzondering op deze regel.