De meeste vogels hebben vier tenen, net als hun dino-voorouders. Handig om vast te houden, te klimmen en te landen.
Soms zie je wat anders. Papegaaien bijvoorbeeld hebben twee tenen naar voren en twee naar achteren, ideaal om te klauteren. Struisvogels hebben maar twee stevige tenen, perfect om te rennen en te vechten.
Maar vier is het meest gangbaar. Zo is de natuur!