In de jaren 70 was er een tekort aan benzine. Dit werd veroorzaakt door de oliecrisis die plaatsvond in 1973 en 1979. Tijdens deze periodes waren er politieke spanningen en conflicten in het Midden-Oosten, met name de Arabisch-Israëlische oorlog van 1973 en de Iraanse Revolutie van 1979. Als gevolg hiervan werd de olieproductie beperkt en werden de olieprijzen sterk verhoogd.
Het benzinetekort leidde tot lange wachtrijen bij tankstations en rantsoenering van brandstof. Mensen moesten vaak urenlang in de rij staan om benzine te kunnen krijgen, en er waren strikte beperkingen op het brandstofverbruik. Deze situatie had een grote impact op de economie en het dagelijks leven van mensen, aangezien veel sectoren afhankelijk zijn van brandstof voor transport en energie.
Als reactie op het benzinetekort werden er maatregelen genomen om het energieverbruik te verminderen en alternatieve energiebronnen te verkennen. Er werden inspanningen geleverd om energiebesparing te stimuleren, brandstofefficiënte voertuigen te ontwikkelen en hernieuwbare energiebronnen te onderzoeken.
Het benzinetekort in de jaren 70 diende als een belangrijk keerpunt in de bewustwording van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de noodzaak van energie-efficiëntie en diversificatie van energiebronnen. Het had een blijvende impact op de energiepolitiek en het beleid wereldwijd.
Het antwoord is :
aardolie