De muziektekens aan de kant verwijzen naar de symbolen die aan de zijkant van de notenbalk worden geplaatst om specifieke instructies aan de muzikanten te geven. Deze tekens worden ook wel aanduidingen of notaties genoemd en zijn belangrijk om de interpretatie en uitvoering van de muziek te begeleiden.
Enkele voorbeelden van muziektekens aan de kant zijn:
Dynamiektekens: Deze geven de luidheid of zachtheid van de muziek aan. Voorbeelden hiervan zijn de forte (sterk), piano (zacht), crescendo (geleidelijk luider worden) en diminuendo (geleidelijk zachter worden).
Tempo-aanduidingen: Dit zijn instructies voor het tempo of de snelheid van de muziek. Hieronder vallen termen zoals adagio (langzaam), allegro (snel), moderato (gematigd) en presto (zeer snel).
Articulatietekens: Deze geven aan hoe de noten moeten worden aangeslagen of verbonden. Voorbeelden hiervan zijn staccato (kort en geaccentueerd spelen), legato (gebonden spelen) en accenttekens (benadrukken van een noot).
Expressietekens: Dit zijn symbolen die de emotionele expressie in de muziek aangeven. Bijvoorbeeld de fermate (verlenging van de noot), crescendo (geleidelijk sterker worden), decrescendo (geleidelijk zachter worden) en sforzando (plotselinge accentuering).
Deze muziektekens aan de kant zijn essentieel voor muzikanten om de muziek correct te interpreteren en uit te voeren, en dragen bij aan de expressie en de juiste weergave van de compositie.