zeven vrije kunsten ,
De zeven vrije kunsten (of "liberale kunsten") zijn een klassiek onderwijsmodel dat teruggaat tot de Griekse oudheid en in de middeleeuwen verder werd ontwikkeld. Deze kunsten werden gezien als de basis voor een goede opleiding en omvatten zowel wetenschappelijke als artistieke disciplines. De zeven vrije kunsten zijn:
- Grammatica (taalkunde en retoriek)
- Logica (redeneren en argumentatie)
- Retorica (spreken en overtuigen)
- Aritmetica (wiskunde en getallenleer)
- Geometrie (meetkunde en ruimtelijk inzicht)
- Muziek (muziektheorie en -praktijk)
- Astronomie (hemelkunde en kosmologie)
In het klassieke onderwijsmodel werden deze zeven vrije kunsten gezien als de basis voor verdere specialisatie en beroepsvorming. Ze vormden samen de zogenaamde "trivium" (grammatica, logica, retorica) en "quadrivium" (aritmetica, geometrie, muziek, astronomie). Tegenwoordig wordt het begrip "vrije kunsten" vooral gebruikt in de context van universitaire opleidingen, waarbij het belang van brede, algemene vorming en kennis wordt benadrukt.