Tot in de 19e eeuw was het voornaamste product van de Nederlandse hennepteelt hennepvezel. Hennepvezel was destijds een belangrijk materiaal voor de textielindustrie en werd gebruikt voor het maken van touw, zeildoek, papier en kleding. Nederland was een belangrijke producent van hennepvezel en had een bloeiende hennepteelt in de provincies Groningen, Friesland en Zeeland. In de 20e eeuw nam de vraag naar hennepvezel echter af door de opkomst van synthetische materialen en werd de hennepteelt in Nederland vooral gebruikt voor de productie van hennepzaad en hennepolie. Tegenwoordig wordt hennep ook veel gebruikt voor andere toepassingen, zoals bouwmaterialen, bioplastics en medicinale producten.