De kabouter is een fictief wezen dat voorkomt in veel verhalen en sprookjes. Kabouters worden vaak beschreven als kleine, vriendelijke wezens die in bossen en velden leven en magische krachten hebben. In de meeste verhalen worden kabouters afgebeeld als hardwerkende wezens die in harmonie met de natuur leven.
Het beeld van de kabouter is ontstaan in Duitsland in de 16e eeuw en is sindsdien uitgegroeid tot een bekend symbool in veel culturen. In de Nederlandse cultuur is bijvoorbeeld het kabouterbeeldje "Kabouter Spillebeen" erg bekend.
In veel verhalen zijn kabouters betrokken bij allerlei huishoudelijke taken, zoals het helpen van de boer op het land of het beschermen van de dieren in het bos. Kabouters worden ook vaak afgebeeld als hoeders van schatten of als gidsen voor reizigers.
Kabouters spelen ook een belangrijke rol in de folklore en de mythologie van veel Europese landen. In deze verhalen worden ze vaak afgebeeld als mystieke wezens met bovennatuurlijke krachten en een diepe verbinding met de natuur.
Tegenwoordig worden kabouters vooral gebruikt als decoratie en als inspiratiebron voor creatieve uitingen, zoals kunst en literatuur. Het beeld van de kabouter is een geliefd onderwerp voor veel kunstenaars en schrijvers en blijft fascineren als een symbool van het mystieke en het magische.