In de Middeleeuwen was er een bloeiende traditie van ridderromans die hun oorsprong vonden in Franse literatuur en vervolgens werden vertaald of aangepast in het Middelnederlands. Een van de meest bekende is wellicht "Le Chevalier de la Charrette" (De Ridder van de Kar) van Chrétien de Troyes, die in het Middelnederlands bekend werd als "Lanceloet en het Hert met de Witte Voet."
Ook "Le Roman de la Rose" had een grote invloed, al is dit eerder een allegorische 'courtoise' roman dan een ridderroman. In het Middelnederlands werd dit werk bewerkt tot "Die Rose".
Andere voorbeelden zijn de Arthurromans en de verhalen over Karel de Grote en zijn paladijnen, die in de Middelnederlandse literatuur een eigen leven gingen leiden, zoals in het beroemde "Karel ende Elegast".
Het patroon was veelal dat de oorspronkelijke Franse tekst werd vertaald, aangepast of uitgebreid om aan de smaak en verwachtingen van het Middelnederlandse publiek te voldoen. Hierdoor hebben veel van deze romans een uniek karakter gekregen in hun Middelnederlandse vorm.