er was eens een huis een oud huis , Er was eens een huis, een oud huis. Het stond aan het einde van een rustige straat, omringd door torenhoge eiken en bloeiende struiken. De houten luiken waren afgebladderd en de ooit helder rode bakstenen waren nu bedekt met een laag mos.
Het huis had charme, ondanks de duidelijke tekenen van verwaarlozing. Het voelde bijna alsof het een verhaal te vertellen had, een verhaal van de mensen die het ooit hun thuis hadden genoemd, van de gelach die de kamers had gevuld, de voetstappen die de houten vloeren hadden doen kraken en van de generaties die hadden gekeken naar de zon die opkwam en onderging vanaf het verweerde veranda.
Maar nu was het stil in het huis, de kamers waren leeg en het enige geluid dat de stilte doorbrak was het kraken van het hout en het gefluit van de wind die door de gaten in het dak blies. Het huis, eenmaal gevuld met leven en liefde, wachtte nu geduldig op een nieuwe eigenaar die het terug zou brengen naar zijn vroegere glorie.