De zin "Noch luidt voor mij de avondgong/ Die zwaar draagt van kwade zweren/ En nauw de dood ontsprong" is een fragment uit het gedicht "Avondgong" van de Nederlandse dichter J. Slauerhoff.
In het gedicht beschrijft de spreker de avondgong die luidt terwijl hij nog vol pijn en verdriet is. Hij voelt zich zwaar belast door slechte wonden en heeft het gevoel dat de dood hem nauwelijks heeft ontsnapt.
Deze passage suggereert een diep en onverzadigd verlangen naar bevrijding van pijn en verdriet. Het toont de spreker als een getormenteerde figuur die verlangt naar rust en verlichting.