De uitvinding die het grote voorwiel van de fiets overbodig maakte, was de introductie van de veiligheidsfiets met een kettingaandrijving en gelijke wielmaten. Deze veiligheidsfiets, ook wel bekend als de "safety bicycle", werd in de late 19e eeuw geïntroduceerd en verving geleidelijk de oudere hoge bi-fiets.
De veiligheidsfiets had een kleiner voorwiel en een even groot achterwiel, wat zorgde voor meer stabiliteit en evenwicht tijdens het rijden. Daarnaast was de veiligheidsfiets uitgerust met een kettingaandrijvingssysteem, waardoor de berijder efficiënter kon trappen in vergelijking met de directe aandrijving op het grote voorwiel van de hoge bi-fiets.
Deze nieuwe fietsontwerpen maakten het rijden op een fiets toegankelijker en veiliger voor een breder publiek, waardoor fietsen populairder werd als vervoersmiddel. De veiligheidsfiets legde de basis voor de moderne fietsontwerpen die we vandaag de dag kennen en maakte het grote voorwiel uiteindelijk overbodig.